Een hele ochtend zat ik met Jeroen Krabbé in de keuken van zijn prachtige atelier, dronken we zijn overheerlijke filterkoffie en aten samen een schaal madeleines, die hij die ochtend nog even snel had gehaald, leeg. We hadden het onder meer over Chagall en hoe de zoektocht naar deze schilder hem op een bepaalde manier dichter bij zijn Joodse moeder had gebracht. ‘Chagall was Joods, werd overal uitgescholden en weggejaagd, mocht er niet zijn. Dat zit ook in mijn leven. Het gevoel er niet mogen zijn heeft mijn moeder haar hele leven gehad. En ik ben de zoon die haar al die tijd een bestaansrecht heb willen geven.’ Lees verder.