Nee, ik rekende niet op bijval van mijn twee pubers toen ik vanmorgen mijn gevoelens over de herfstvakantie de wereld inslingerde. Ik ben, zacht uitgedrukt, blij dat het de laatste dag is. Mijn pubers rolden met hun ogen en stootten diepe zuchten uit. De herfstvakantie was toch leuk? Sterker nog: was het niet een van de leukste schoolvakanties? Net op het moment dat je voelt dat je dat schoolritme inglijdt, God verhoede, is daar die week lang niks doen.

Geen structuur

En daar zit het ‘m nou juist in. Na acht weken zomervakantie is de behoefte aan structuur nogal groot. Niet bij mijn pubers, maar bij mij. Wekenlang heb ik vakantievierende kinderen om me heen, terwijl ik met dertig graden deadline na deadline moet halen. De ordening van ons gezinsleven valt in de lange zomerweken weg. Ik weet nooit hoeveel kinderen er door mijn huis banjeren, of die allemaal blijven eten, wat de plannen voor die avond zijn – en als ze er zijn of die dan onveranderd blijven.

Ik mis de regelmaat van de ochtend waarbij ik zeker weet dat om half 9 de tent leeg is en ik kan werken. Want hoewel mijn pubers een grote mate van zelfstandigheid hebben ben ik op hun vrije dagen toch de vraagbaak. En chauffeur. En geldschieter. Met als gevolg versnipperde werkdagen en bijtikken in het holst van de nacht. Na de zomer neem ik me steevast voor om een werkruimte buitenshuis te zoeken, maar als we na die eerste schoolweek allemaal weer in ons vaste ritme glijden schuift dat voornemen al snel naar de achtergrond. Het gewone leven is weer begonnen.

Net begonnen en alweer vrij

En dan is daar na zes weken al weer die fokking herfstvakantie. Net op het moment dat alles lekker loopt, het ritme er goed in zit, niemand zich meer verslaapt en iedereen ’s morgens op tijd is waar hij of zij moet zijn. Zo’n week vrij gooit dat hele systeem in een klap door de war. Bovendien denk ik altijd te laat aan deze vakantie, omdat die zomervakantie nog zo dichtbij voelt.

Ook dit jaar realiseerde ik me pas op vrijdagmiddag, toen mijn pubers thuiskwamen, hun tas in de hoek smeten en opgetogen riepen dat ze een week vrij zijn, dat de herfstvakantie was aangebroken. Te laat om me voor te bereiden. Te laat om een vakantie te boeken. En zelfs te laat om een dag op stap met mijn pubers te gaan. In mijn agenda is het namelijk geen herfstvakantie. Dus zit ik een week lang tussen die heerlijk vakantievierende kinderen die een leger leeftijdsgenootjes meenemen, die ook nog eens allemaal blijven slapen, en enorm aanwezig zijn, terwijl ik deadline na deadline probeer te halen.  

Ik ben er dus niet zo van, van die week vrij in oktober. Een week die weliswaar symbolisch de overgang van de zomer naar de herfst duidt, maar wat betreft orde en regelmaat een nogal storend karakter heeft. Van mij mag die hele herfstvakantie worden afgeschaft. Lekker rustig in een ruk door naar de kerstvakantie.